Artikelen
De gids die ons door de toekomst loodst
Amsterdam zoals we het kennen? Die stad bestaat niet meer. Amsterdam is veranderd in een overstroomde deadzone, bewoond door “geesten”, terwijl op het hoger gelegen land Opperlanders zich tegoed doen aan groenten van Mars. Dit is de toekomst van Nederland zoals die gepresenteerd wordt in het verhaal ‘Proximale Falanx’ van Jan van Aken. Dit verhaal is het resultaat van een podcastreeks van de Volkskrant, Dit is de Toekomst,waarin wetenschappers en schrijvers met elkaar in gesprek gaan over hun onderzoek, toekomstverwachtingen, en de rol van klimaatverandering. Op basis van die gesprekken schrijven de schrijvers korte verhalen. In de vierde aflevering maken we kennis met Jan van Aken en exobioloog Wieger Wamelink.
Door Kelly van der Meulen
Als onderzoeker aan de Universiteit van Wageningen houdt Wieger zich bezig met voedselproductie in een veranderende wereld. Hij zal zich echter niet richten op de zaadjes die wij ook kunnen vinden in het tuincentrum – want de tomaten en basilicum die op Wiegers bureau groeien, staan op gesimuleerde bodemgrond van Mars. Wieger onderzoekt onder andere of voedsel ook in de ruimte geproduceerd kan worden. In de podcast vertelt hij dat de bodem op Mars veel zouter is, maar dat dit zoutgehalte zich niet voortzet in de gekweekte planten. Aardappels van Mars zullen nog steeds zout nodig hebben, bijvoorbeeld. Die bodem alleen is trouwens op dit moment nog niet voldoende voor voedselproductie: Wiegers planten staan onder een beschermende koepel, en in de bodem kruipen insecten die gewoon op onze eigen planeet wonen. Wiegers onderzoek naar ‘zilte landbouw’, landbouw op een zoute bodem, is niet alleen toepasselijk voor Mars, maar wordt ook steeds relevanter in Nederland, nu onze bodem zouter wordt door klimaatverandering.
Deze veranderingen in de Nederlandse voedselproductie zien we ook terug in het korte verhaal ‘Proximale Falanx’ dat geïnspireerd is door het gesprek tussen van Aken en Wamelink. In het toekomstige Nederland van ‘Proximale Falanx’ zijn de dijken doorgebroken na oncontroleerbare zeespiegelstijging, waardoor Nederland grotendeels onder water staat. Het resultaat is een duidelijke verdeling tussen het Vloedland, waar enkel nog “geesten” leven die losstaan van de samenleving en haar structuren, en de “Opperlanders”, die in “glanzende, zoemende steden” wonen en zich, aldus de verteller, nog maar bar weinig kunnen herinneren van het Nederland van voor de ramp. De verteller van het verhaal is een gids die buitenlandse toeristen en Opperlanders meeneemt door het overstroomde Amsterdam, waar nu de geesten wonen. Terwijl de Opperlanders zich tegoed doen aan buitenaards geproduceerde groenten en synthetisch vlees, kweken de geesten hun eigen voedsel en eten ze ratten en vissen – tot afgrijzen van de Opperlanders, die zich afvragen of onbewerkt voedsel wel hygiënisch is.
Groenten van Mars
In Van Akens Nederland ziet de voedselindustrie er heel anders uit dan vandaag. Misschien heb je wel gehoord over de stikstofcrisis, waardoor er discussiesontstonden over de Nederlandse veestapel, of de mogelijkheden die kweekvleesbiedt als het gaat om duurzame en milieuvriendelijke voedselproductie. Ook zien we in Nederland bijvoorbeeld een verandering in consumentengedrag als het gaat om voedsel: zo eten mensen steeds mindervlees. De voedselproductie in ‘Proximale Falanx’ is echter wel nog een stuk verder ontwikkeld. De Opperlanders eten groenten die gekweekt zijn op de maan en op Mars ⸺ net als de tomaten op het bureau van Wieger Wamelink dus.
Anderzijds verbouwen de geesten in het Vloedland hun eigen groenten op water en is hun landbouw en veeteelt aangepast aan de zoute bodem. Dat valt dus ook wel te omschrijven als ecologische landbouw,omdat die is aangepast aan de leefomgeving. Ook hier zien we het onderzoek van Wamelink terug, die zich naast buitenaardse groente ook bezighoudt met vormen van landbouw die aangepast zijn aan het Nederlandse ecosysteem. Deze combinatie tussen de apocalyptische fictie van Van Aken en de wetenschappelijke achtergrond van Wamelink maakt enerzijds dat het verhaal geloofwaardiger wordt: er zitten immers “feiten achter de fictie”, zoals de Volkskrant het samenvat. Daarnaast is de wetenschappelijke context misschien juist wel toepasselijk bij een kortverhaal over klimaatverandering en de aangepaste wereld na een fictieve ramp: klimaatverandering is bij uitstek een onderwerp dat nauw verwant is aan wetenschap, omdat het gemoeid is met datasets en het bijhouden van veranderende patronen. Tegelijkertijd is klimaatwetenschap ook juist de wetenschap van toekomstvoorspellingen: we hebben het over de geschatte temperatuurstijging, of de verwachte zeespiegelstijging.Dat soort toekomstvoorspellingen lenen zich ook weer uitermate goed voor fictie, zoals we ook in dit verhaal zien.
De rol van de gids
In zo’n verhaal dat barst van de wetenschappelijke achtergrond en de dreigende toekomstvoorspellingen, is het fijn als je als lezer aan de hand genomen wordt en rondgeleid wordt door de nieuwe verhaalwereld. In ‘Proximale Falanx’ neemt de verteller van het verhaal een centrale rol in. De verteller is de gids van de rondleiding, die we niet anders leren kennen dan als “een oude man”. Hij neemt de toeristen en Opperlanders mee op een rondreis in Vloedland en heeft een educatieve functie. Zo vertelt de gids over de lokale bewoners en over hun aangepaste voedselproductie, maar ook over de ramp die Nederland zo tekenend veranderde. Hij vat samen hoe politici jarenlang klimaatverandering bleven ontkennen, wat leidde tot een falend beleid, en hoe uiteindelijk alles samenkwam in een “clusterfuck”, terwijl een orkaan West-Nederland verwoestte. De gids verbaast zich over de gebrekkige kennis van de Opperlanders, die bijvoorbeeld niet weten hoe hun vleesvervangers geproduceerd worden, of hun onwetendheid over de mensen die nog in Vloedland leven. Door zijn uitleg leert de lezer ook meer over deze fictieve toekomstige wereld, en hij fungeert dus ook als gids voor de lezer.
De uitdaging van toekomstige en post-apocalyptische fictie is om een wereld te creëren die ver genoeg afligt van de realiteit, zodat lezers zich wel aangetrokken voelen tot het verhaal, maar die ook nog dichtbij genoeg ligt dat de lezer zich kan inleven. Juist als het gaat over klimaatverandering, wat vaak toch een enigszins ver-van-mijn-bedshow is, is het belangrijk om lezers niet te vervreemden. Daarnaast is klimaatverandering een onderwerp dat zich over lange tijd afspeelt, terwijl dit verhaal nog geen dag beslaat. Hier wordt slim mee omgegaan door de gids uitleg te laten geven, en zo een link te leggen tussen het heden van ‘Proximale Falanx’ en het verleden. Zo vertelt de gids dat ze “geen oog hadden voor de complexe processen in klimaat en maatschappij, laat staan voor de manier waarop ze op elkaar inwerkten. Achteraf konden we de tipping points zien, de cascade-effecten”. Hier wordt de link gelegd tussen het Nederland dat de lezer kent⸺ waar klimaatverandering een veelbesproken onderwerp is, maar waar nog geen sprake is van de doorgebroken dijken of de EMP-bommen die genoemd worden in het verhaal⸺ en de fictieve toekomst, waarin we Nederland na de ramp leren kennen. Omdat het verhaal zich afspeelt in Amsterdam, en er ook gerefereerd wordt aan bekende locaties zoals de Zuidas, kan de lezer zich makkelijker in het verhaal inleven.
Op het moment dat de gids langs de Dam vaart, wordt het duidelijk dat de lezer soms zelfs meer weet dan de gids. De gids vertelt namelijk dat de Dam ooit het centrale plein van de stad was, maar zegt ook dat diezelfde Dam de stad moest beschermen tegen het water. Deze slimme woordspeling wordt in het verhaal verder niet onderuitgehaald, maar de lezer kent het verschil tussen een dam die water tegenhoudt en de Dam in Amsterdam. Hierdoor wordt ook duidelijk dat er veel tijd verstreken is tussen de belevingswereld van de lezer en de toekomstige wereld in het verhaal. De exacte herinnering aan de Dam is namelijk verdwenen uit het collectieve geheugen van Nederland in ‘Proximale Falanx’, terwijl de Dam nu nog een belangrijk onderdeel is van onze gedeelde cultuur: denk maar aan de Damprotestentegen coronamaatregelen. Kennelijk is deze associatie in de toekomst compleet verdwenen.
De herhaalde verwijzingen naar de belevingswereld van de lezer worden verwerkt in een fictieve geschiedenis. Samen creëren deze elementen een verhaal dat gaat over de toekomst van een overstroomd Nederland, dat desalniettemin niet vervreemdend is voor lezers. Er is immers genoeg houvast in het verhaal. De toevoeging van wetenschappelijke achtergrond, die uitgediept wordt in de podcast, betekent bovendien dat het verhaal een mooie combinatie is van de toekomstvoorspellingen en de wetenschap die inherent gemoeid zijn met klimaatverandering, en een spannend, fictief verhaal. Het verhaal laat zien hoe klimaatverandering invloed kan hebben op de wereld zoals we die nu kennen, maar laat via de gids ook zien hoe zo’n toekomst tot stand is gekomen. Daarbij valt vooral op dat de eerste stap, in de reconstructie van de gids, falend klimaatbeleid is. In de podcast wordt ook duidelijk dat de toekomst die van Aken schetst, niet slechts een dystopie is, maar dat veel elementen gebaseerd zijn op bestaande wetenschap. Al met al laat ‘Proximale Falanx’ zien dat er veel te verliezen is als we klimaatverandering blijven ontkennen of negeren. We hoeven dan misschien binnenkort nog geen groenten van Mars op ons bord te verwachten, maar de aardappelteelt is wel onderhevig aan klimaatverandering, en de zeespiegel blijft maar stijgen.
Gebruikte bronnen
van Aken, Jan. ‘Proximale Falanx’. De Volkskrant, 2 augustus 2019.
van Aken, Jan en Wieger Wamelink. “Jan van Aken en Wieger Wamelink (exobioloog). Dit is de Toekomst, Spotify, 2019.
…Meer over overstromingen in Nederland lees je in ‘Twee dystopische Nederlanden vergeleken’
<< Vorige | Volgende >>